Een praktijkvoorbeeld:
“Karel loste altijd alles zelf op…”
We schrijven 12 februari 2020, het is koud. De koudste winter sinds de hel van 1969 zeg maar.
In de straat waar Karel woont, ligt er ijs op de rijbaan door een gesprongen waterleiding, nu alweer acht weken geleden. Men heeft de rayonhoofden iedere dag in het acht uur journaal. Volgende week giet it aon!
Het recht het een rotzorg te vinden.
Het kan Karel een rotzorg zijn. Hij heeft het alleen maar koud. Wat nou opwarming van de aarde? En zo mompelde Karel een beetje tegen zichzelf tijdens het halen van zijn boodschappen. Dat doet ie al jaren. Tegen zichzelf praten. Dat komt omdat Karel niet zoveel mensen ziet. Karel is wat je noemt psychisch kwetsbaar. En woont al heel lang alleen. Dat komt door trauma’s en stoornissen. In een ver verleden heeft ie er ook behandeling voor gehad. Nu leefde ie zijn leven op zijn eigen tempo. Met een WIA uitkering. Dat gaat al jaren hetzelfde. Eens in de zoveel tijd heeft Karel het zwaar. En dat uit zich in depressie. Luiken dicht, rustig aan. Zo noemt Karel het.
Hoe onrust vaak ontstaat.
Het gaat dus niet goed. En dat kan je aan hem zien. Ongeschoren, onverzorgd, en flink afgevallen. Niet dat iemand dat ziet want Karel komt buiten voor boodschappen. Op de rustigste tijden. Bij het spontaan ontstane Thialf zonder dak, de ijsbaan voor de deur staan de dames van de koek en zopie bij tourbeurt chocomelk, soep en rookworst te verkopen aan de schaatsers. En te letten op de kinderen. Omdat het zo koud is, stappen de dames wat heen en weer. “Ik heb er eens opgelet, maar bij dat huis bijna op hoek, waar de gordijnen altijd dicht zijn, daar woont niemand. We staan hier nu meer als zes weken, ik heb er nog nooit iemand in of uit zien gaan. Wat ik niet snap is hoe dat kan. Er is toch een wijkagent. Die moet daar toch wat aan doen?”.
Het dilemma in een paragraaf
“Wat precies moet de agent gaan doen dan?”. De moeder van Amber, die stelde altijd vragen waar niemand anders opkwam. “Nou, dat is toch niet normaal? Voor hetzelfde geld zit er een kwekerij. Een laboratorium.”. “Waar hebben jullie het over?”. Een andere moeder sluit aan bij het gesprek. “Nou, dat huis bij de hoek. Wij vermoeden een kwekerij. Daar is al zes weken niemand naar binnen of buiten gegaan en de gordijnen zijn altijd dicht.”.
“Nee hoor, daar woont Karel. Die is tot maart in winterslaap. En in november begint ie er weer mee. En hij gaat altijd achter eruit. Heeft niet eens de sleutel meer van de voordeur, geloof ik.”. De drie kijken de buurvrouw aan. “Ik ben een aantal jaren zijn begeleider geweest. Ga gerust eens met hem praten, dan legt hij het je zelf wel uit”. Dat was nou ook weer niet nodig. Het onderwerp is niet meer ter sprake gekomen.
Nieuwe buren
Tegenover Karel had jarenlang mevrouw de Bruin gewoond. Die was anderhalf jaar geleden plots overleden, en toen kwam er mevrouw X wonen. X want deze buurvrouw blijft in de rest van dit verhaal anoniem. Dat ligt niet aan mevrouw X, want dat is een en al vriendelijkheid en goede inborst, maar aan het feit dat het onder de nieuwe wet verplichte GGZ, niet verboden is om anoniem te melden als jij een vermoeden hebt dat iemand in jou omgeving hulp nodig heeft of bijvoorbeeld psychisch lijkt te vervallen dan kun je dat voortaan anoniem melden bij de gemeente.
Grip
Om meer en betere grip te krijgen op het probleem van de burger met verward gedrag, is men gestart met het opnemen van meldingen van burgers, over een buurman of vrouw, met problemen of vreemde gedragingen. En dat mag desnoods anoniem. Een speerpunt had de tweede kamer ervan gemaakt. En de wet voorzag in de mogelijkheid.
Zorgelijke zaken
Buurvrouw X, of X zoals wij haar liefkozend gaan noemen, is zoals gemeld, een en al goedheid. De lieverd was haar hele werkende leven verpleegster geweest. En sleet nu, in 2020, haar dagen met studeren, wat clubjes, en het bezoeken van vrienden en bekenden. Ze had al weleens vaker naar de overkant staan kijken en zich afgevraagd wat er toch voor een verhaal zit achter die buurman aan de overkant zat. Want dat er iets aan mankeerde, dat wist ze wel zeker. Los van het feit dat hij doordeweeks ook altijd thuis is, had ze van een buurvrouw begrepen dat ie met ptss-c thuiszat. En dan heb je het niet makkelijk. Dan is er blijkbaar geen afdoende behandeling gevonden, en moet je leren leven met de klachten. Als verpleegster had ze ze vaak genoeg gezien. De psychisch kwetsbare mensen. Daar zat altijd een heel verhaal achter, en nooit een sprookje of prachtige love story.. Op een dag was X er eens naartoe gelopen. Hij zat al een tijdje buiten en X dacht, als je iets wil weten, moet je het vragen. En dus was ze er naartoe gelopen, om kennis te maken. Karel had haar gastvrij ontvangen met een lekker kopje Senseo koffie, en ze hadden een heel leuk gesprek, met dezelfde informatie die ze ook al van haar buurvrouw had gehoord. Traumatische ervaringen in zijn jeugd, lieten hem nu een leven van vertellen over zijn trauma, zodat er in de maatschappij meer begrip gaat ontstaan voor mensen met psychische kwetsbaarheden en/of onbegrepen gedrag. Een betere term als verward.
Depressionist
Daarnaast was hij Depressionist. Een door hemzelf bedachte naam, voor als je een kunstenaar was, in het zijn van depressief. En dat is wat Karel er nog bij deed. De buurvrouw had bij het afscheid nog gezegd dat Karel altijd welkom was, en zeker moest bellen als er wat was. Ze hem haar telefoonnummer gegeven, en Karel had haar netjes bedankt. Een uurtje had het hele gesprek toch wel geduurd, en beide hadden het een leuk gesprek gevonden. Karel zou zeker eens langsgaan, zo nam hij zich voor.
Maar nu duurde het al zolang…
Nu, maanden later stond X in dubio. Want ze was Karel tegengekomen bij de supermarkt, en best geschrokken. Hij zag er slecht uit. Afgelopen weken was ze al een paar keer naar de overkant gelopen, maar er werd niet gereageerd op haar aanbellen. Ze begreep wat hij mankeerde, want dat had ie vertelt, maar hij zag er wel erg slecht uit. En ze wist ook dat er verder niet veel volk over de vloer komt. In de winkel had ze hem nog gegroet, en hij had haar ook terug gegroet, maar ze wist het wel zeker, hij had haar niet herkend. En zo vergeetachtig ben ik niet eens op mijn leeftijd.
De knoop doorgehakt
Op een gegeven moment had X de weloverwogen knoop doorgehakt. Ze had gelezen over het nieuwe landelijke nummer, en ook dat de gemeente erover ging. Bij hen mocht je je ook melden met je vragen. Ze draaide het nummer van haar gemeente, koos voor zorg en welzijn, en kreeg via een telefoniste de juiste medewerker. Een aardige mevrouw, met al een aantal jaren ervaring in het werken met de doelgroep zorgbehoevende burgers. Toen de staat het hele WMO verhaal zo bij de gemeenten over de schutting hadden gekieperd, hadden zij en haar collega’s niet sneller kunnen worden opgeleid of ingeleerd. Het moest gewoon en dus hadden ze geen keus, en teveel werk. Dat werd in de loop de jaren steeds beter en liep nu goed. Zij was sinds de invoering aangesteld als medewerker WVGGZ, de burgemeester als het ware met maar één bevoegdheid: De beslissingen van de burgemeester nemen, op basis van de volgens protocol vergaarde gegevens, overleg met de betrokken partijen en na het horen van de betreffende burger als dat kan, of in ieder geval ervoor zorgen dat bekeken wordt of de burger zijn wensen en verlangens ergens had kenbaar gemaakt ten aanzien van de uitvoering Wet Verplichte GGZ.
De intake is altijd het beste gebaat bij het verzamelen van zoveel mogelijk informatie.
Want tijdens zo’n intake verzamelde informatie vormt de basis van de latere te nemen beslissingen of adviezen, die worden uitgebracht. Dat wist ze uit ervaring. In haar taak bij de gemeente had ze naast haar aansturende en coördinerende rol ook erop gestaan dat ze meldingen uitsluitend zelf wilde aannemen. Om problemen te voorkomen. Zo ook de melding van mevrouw X over haar buurman Karel. Besloten had mevrouw X, anoniem te blijven, na daar vragen over te hebben gesteld aan de medewerker. Want dan kon ze naderhand zeker met hem in gesprek blijven. Het verhaal was haar volledig duidelijk. Hoe het precies aan te vliegen, nog niet. In het kader van het onderzoek stelt zij een vraag aan het overleg van ketenpartners. Daarin vermeld zij de zorgen van mevrouw X, en stelt de vraag aan het overleg of de betreffende burger al ergens in zorg is, en wie eventueel de burger kan gaan benaderen. De donderdag erna is het overleg. Vanuit het overleg komt het bericht dat de huisarts van Karel contact met zijn patiënt gaat zoeken, en zal rapporteren binnen het overleg. De medewerker legt het dossier terzijde en zet een reminder in haar todo list. Als ze over twee weken niks vernomen heeft, even navraag doen. En zo krijgt de burgemeester haar eerste informatie aangeleverd ter info. Zij koppelt terug het ontvangen te hebben en akkoord te zijn met de ingeslagen weg.
Komt een man nooit bij de dokter.
De huisarts van Karel was er zelf niet bij geweest, bij het ketenpartneroverleg maar dat hoefde ook niet. Bij toerbeurt was een van de artsen aanwezig. En die bracht verslag uit aan de collega’s. Zijn collega had hem de gegevens doorgegeven per telefonisch contact. Hij had acuut de worksheet van de betreffende patiënt gelicht uit zijn systeem en moeten constateren dat hij patiënt al zeker drieënhalf jaar niet gezien had. Hij was er voor een verdikking op zijn linkerwijsvinger, maar was na wat voorlichting onbehandeld vertrokken. Sindsdien had hij geen beroep meer gedaan op huisartsenzorg.
Een beer in winterslaap, pakt ook zijn telefoon niet aan.
Want dat was de eerste actie: de assistente had de opdracht om de patiënt te bellen voor het maken van een afspraak. Er werd niet opgenomen. Dat kwam enerzijds door het tijdstip van bellen. Kantooruren. Door Karel ook wel midden in de nacht genoemd. Want nog zo’n feitje: Bij depressie lag binnen de kortste keren bij Karel zijn dag en nachtritme door elkaar. Meestal slapen van zes ‘s-ochtends tot vier ‘s-middags, uurtje of zes ff boodschappen. En de rest van de tijd meestal niks. Niet veel kwam ook voor. En daar kwam bij dat Karel behoefte heeft aan duidelijkheid tijdens een depressie. Anoniem bellen, dus zonder nummerherkenning, vind Karel niet duidelijk. En die beantwoord hij dan ook niet. Een volle werkweek elk uur heeft de assistente het geprobeerd. Nul keer werd er opgenomen.
Als je het niet kan zeggen…
Als je het niet kan zeggen, schrijf het dan, zo zegt het spreekwoord. Dus stuurt de assistente een vriendelijk briefje met het verzoek om contact. Na een week een tweede brief van de hand van de huisarts zelf met verzoek om een onderhoud. Op beide wordt niet geantwoord. Dit zorgt ervoor dat de huisarts zelf geregeld even langs begint te gaan bij Karel, om te kijken of er wordt opengedaan. Na een week laat de arts zijn brief nog eens toesturen. En jawel, er komt reactie. Een mondelinge per telefoon.
Het recht om je niet te laten zeggen wanneer jij wat moet.
Goedemiddag, huisartsenpraktijk uw gezondheid, ons een zorg, u spreekt met Annelies.
Annelies goedemiddag, je spreekt met Karel, ik heb een brief gehad en wil weten waarom.
Wat is uw geboortedatum? En wat is uw postcode en huisnummer. Mag ik dan als laatste ter verificatie uw geboorteplaats… Dank uw wel meneer Piep (want weggepiept), ik zie de brief voor me. Wat wilde u vragen?
Waarom ik moet komen?
Ow niks ernstigs hoor, en ze twijfelt of ze kan zeggen dat er een onderzoek loopt, maar besluit de reden niet te kunnen geven want dat ze het niet weet, en vraagt Karel om een afspraak. Enigszins geïrriteerd antwoord Karel dat zij eerst maar eens met een reden moet komen en verbreekt de verbinding.
Ondertussen, bij Karel, in zijn koppie…
Rete chagrijnig wordt Karel van dat gezeik, alsof dat gezeik er al eeuwen is om hem elke dag te plagen. Maar dat is niet zo. Welke huisarts gaat zijn eigen patiënten nou uitnodigen voor een afspraak? Zo kan ik ze ook verdienen zegt Karel hardop tegen zichzelf. Hij flikkert het briefje weg. En gaat over tot de orde van de dag. In zijn geval, schrijven. Maar als er een week later weer een briefje komt, en ook nog van de arts zelf, twijfelt hij. Hij legt het briefje op het tafeltje langs de bank. Morgen, ik heb nou geen zin. Wat hoort bij zijn depressie. Het briefje wordt vergeten, totdat exemplaar drie wordt bezorgd. Een O ja klinkt uit Karel’s mond en even later zegt hij zijn geboortedatum en adresgegevens op. Op zijn vraag waarom hij moet komen, ging het volgens Karel’s lezing, al meteen fout met de dame aan de telefoon. Want ze loog. Ik weet niet wat ze loog, en ook niet waarom, maar ik kon het horen aan haar stem, ze loog. Ze kent de reden wel en wil het mij niet vertellen. En Karel had een ding goed aangeleerd gekregen ooit, bij GGZ. Als jij een nietpluisgevoel hebt, dan moet je daar naar handelen en je aan de situatie ontrekken, om geen schade op te lopen. Je kunt achteraf altijd nog onderzoeken en vragen stellen om dat gevoel weg te nemen. Maar op dat moment, eerst pas op de plaats. Nu ging dat in Karel’s hoofd heel anders. Ze liegt het, was wat ie meteen dacht, en wat hem angstig maakte, en daardoor hem meteen in een diepe verdediging drukte. Je komt eerst nog maar eens met een reden, zo schreeuwt hij haar toe. En flikkert zijn telefoon in de hoek van de bank. Wat denkt dat kutwijf wel niet, flikker toch op. De assistente hoort Karel praten en komt tot de conclusie dat ze wat patiënt betreft, klaar zijn met het gesprek. Ze hangt op, en geeft haar bevindingen door aan de arts. Ze meld het speciaal omdat ze ervan geschrokken was. Vooral hoeveel woede er in zijn stem verborgen lag.
Verslag uitbrengen is een kunde
De assistente heeft de arts dus ingelicht. En zonder enige terughoudendheid rapporteert de arts dat de betreffende patiënt verbaal agressief heeft geweigerd op afspraak te komen. En dit wordt zo dan ook in het overleg van de ketenpartners ingebracht. Let op! Daarmee is de eerste steen gevallen, richting gedwongen ingrijpen, want het woord agressie staat op papier. En tegenwoordig reageren we ons niet meer verbaal af om erger te voorkomen, maar zijn we dan verbaal agressief. Want onze tere zieltjes kunnen niks meer hebben. Hier in Oss op het gemeentehuis praten ze acuut over schade bij de ambtenaar. Ptss zelfs. Ben er maar niet aan begonnen uit te leggen hoe het wel zit. Dat had bij deze ambtenaar geen zin. Wat verder niks zegt over ambtenaren in het algemeen. Terug naar mijn verhaal. Verbaal agressief en ontdekt zich aan bemoeienis. Dat zijn tegenwoordig termen om gewoon met rust gelaten willen worden, te juridiseren. Want zo begint het, en dat eindigde in de moord op Anne Faber, weet u nog? Dat is wat de niet geïnformeerden er overigens geheel fout, van denkt.
Wat wel is: het recht je op je eigen terrein je verbaal te verweren staat hierdoor wel onder druk. Grip moet er komen.
In het ketenpartneroverleg wordt besloten dat GGZ aan zet is. Die sturen een medewerker langs bij Karel. Die besluit, na drie keer vruchteloos aanbellen, om de vierde keer net zolang aan te houden totdat er gereageert wordt. Vloekend en tierend hoort de medewerker Karel naar beneden komen. “Wat moet je godverdomme?”. Jawel, Karel is op. En de deur geopend. Wederom, verbaal agressief want men laat hem niet in zijn waarde. Het gedrag van de medewerker is namelijk ook agressief. Maar dat is gericht tegen een man waarover geklaagd wordt, dus moet je daar begrip voor hebben. Begint u ‘m te voelen? Karel wil alleen maar met rust gelaten worden. Meer vraagt hij niet. Maar dat dringt tot niemand door. Ook niet dat hij al jaren zo is en leeft.
Het recht iemand die je lastig valt, van je deur te jagen.
Op Karel zijn vraag wat ie godverdomme komt doen, krijgt Karel te horen dat er zorgen zijn geuit over zijn welzijn, en dat de medewerker komt checken hoe het gaat en of ie alstublieft even binnen mag komen. Karel: Binnenkomen? Opflikkeren en mij met rust laten. En vooral niet meer terugkomen met je anonieme melding. Ik heb niemand wat misdaan dus nou opgeflikkerd en niet meer terugkomen! Boem! Deur dicht, bel eruit en terug naar bed. Door de medewerker wordt een decompensatie van de psychische gesteldheid gerapporteerd en zelfs het woord depressie valt in het verslag. Met de info die er nog was te vinden binnen GGZ, adviseert deze zorgverlener aan het overleg dat medicamenteuze ondersteuning wellicht noodzakelijk is om het tij te keren. Wellicht, want patiënt Karel onttrekt zich aan contacten met de zorgverlener. Da’s dus dezelfde zorgverlener die er een financieel belang bij heeft om nieuwe aanwas te genereren.
En daarna kan het heel snel gaan…
Kan het gaan, want hier stopt de ellende voor Karel. Want die belt Nieuwe Start Ervaringswerk in Oss, met de vraag hoe af te komen van dit gezeik. Daar krijgt hij na vijf minuten een brief voorgelegd als reactie op de melding van X. In die brief worden de feiten en omstandigheden rondom Karel, de casus, uiteengezet met het verzoek zijn privacy te respecteren en hem verder met rust te laten. Maar, vanuit het overleg zou zomaar het advies kunnen komen om eens wat forser aan te gaan dringen op een gesprek bij Karel. Dan komt bijvoorbeeld GGZ, huisarts samen met de politie aan de deur om Karel duidelijk te maken dat hij dient mee te werken. Op straffe van het verwijderen van de voordeur desnoods., Aldus de meegekomen wijkagent. Blijf je dan als je Karel bent al schreeuwend je rust opeisen, dan ben je rijp voor een gedwongen GGZ ingreep. En daar zitten allerlei nuanceringen op en aan, binnen de wet. Maar nuance en depressie zijn geen vrienden van elkaar. Nuance verhuisd ook als depressie in de straat komt wonen.
Het recht op uitzitten van je klachten in alle zelf gekozen rust
Is een verloren gegaan recht onder de nieuwe wet. Ook je leven leven zoals jij dat wil staat met deze wet in aantocht, onder druk. En dat allemaal omdat mensen met nul verstand van zaken, elkaar angst aanpraten voor de mens met een psychische kwetsbaarheid. Had ik Anne Faber al genoemd? En daar moet echt iets aan gebeuren. Want Anne Faber is gestorven onder de handen van een zwaar psychisch gestoorde meneer, na heel veel fouten binnen de keten die ons tegen hem had moeten beschermen. Een zeer trieste samenloop van omstandigheden en verwijtbaar handelen. Ook door psychisch gezonde mensen.
Maar wat de boer niet kent dat vreet ie niet…
Want iets leren eten is er in deze maatschappij niet meer bij. Zie ook mijn tekst hierboven over verbaal geweld. Dat heette vroeger gewoon stoom afblazen om fysieke agressie te voorkomen. We hebben het allemaal zo druk met de rat race dat even stilstaan en leren waarom iemand zo doet, er niet meer bij is. En de GGZ als geheel roept heus wel moord en brand als er grondrechten zware schade oplopen. Maar ook zij zeggen niet om de maatschappelijke veranderingen en onrust heen te kunnen. En dus is er nieuwe wet die men bij GGZ verder wel prima vindt omdat ze binnen die wet hun eigen vlees mogen keuren. En desnoods opwaarderen.
Let op: nu volgt een mening.
Ik vind het hele verhaal, na het lezen van de wet, zéér verontrustend. En de lauwe reacties vanuit ons werkveld en de ervaringsdeskundige krachten, bijna verbijsterend. Want ten opzichte van de BOPZ is er veel verbetert. Maar wat zwaar verslechterd is, is dat de reikwijdte van de wet tot voorbij je voordeur tot in je bil reikt. Want daar spuiten ze de dwang medicatie als ze je voordeur er hebben uitgehaald. En dus vind ik het niks. Vogelvrij verklaard, en nergens meer veilig. En ja hoor, dat ligt genuanceerder als dat ik het hier opschrijf. Maar ook ik lijdt onder een depressie momenteel dus nuance is naar de camping.
Ik wens ons veel sterkte kracht en succes in 2020.